Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen leven en dat is fijn
Van welke klachten had je last voordat je hulp zocht?
Als kind vond ik mijn gezinssituatie normaal. Tijdens de pubertijd ontdekte ik dat thuissituaties bij leeftijdgenoten anders waren. Ik besefte dat wat ik als normaal ervaarde, niet normaal was. Hele ‘normale’ dingen, zoals het hebben van een stabiel gezin, ruimte voor mijn behoeften, omgaan met mijn emoties, begrip en een luisterend oor, daar was in mijn gezin praktisch en emotioneel vaak de ruimte niet voor.
Ik voelde me angstig, had sombere gedachten over de toekomst en ik was vaak boos. De angst werd steeds erger tot ik niet meer alleen naar buiten durfde te gaan. Dit belemmerde me in relaties met anderen en juist die had ik nodig. Ik voelde me onzeker en was bang dat anderen me zouden verlaten.
Wat was het moment waarop je besloot om hulp te zoeken?
De eerste keer dat ik hulp kreeg is dat op initiatief van mijn ouders geweest toen ik 12 jaar oud was. Ik had moeite om in slaap te vallen. De troostende en geruststellende gesprekken met de psychotherapeut maakten me duidelijk dat mijn problemen niet definitief waren. Tegelijkertijd waren de gesprekken verwarrend omdat ze over de belangrijkste mensen om mij heen gingen en ik daar loyaal aan was. Dat maakte me soms wel onzeker.
Er is een tweede belangrijk moment geweest toen ik zelf hulp zocht. Ik kon letterlijk niet meer opstaan. Mijn lichaam zei stop. Achteraf gezien kon ik al jaren niet meer bij mijn gevoel. Ik toonde geen echte emoties meer. Ik droeg een masker en niemand zag wat ik echt nodig had. Het kostte me als meisje van 16 veel energie om te functioneren.
Welke stap heb je als eerste gezet om hulp te zoeken?
Op het moment dat mijn lichaam stop zei heb ik mijn moeder gebeld. Ik zei tegen haar: Het lukt me niet meer, help. Ik ga hulp zoeken maar ik heb nu hulp nodig. Mijn hoofd zit zo vol dat ik niet meer weet hoe ik dit moet aanpakken.
De reactie van mijn moeder herinner ik mij ook nog erg goed al weet ik niet precies meer wat ze zei. Ik hoorde haar opluchting door de telefoon en hoe gek dit misschien ook klinkt, het gaf mij erkenning. Ik hoefde even niet sterk te zijn.
Dit was de start van mijn herstelproces. Mijn moeder heeft de huisarts gebeld en ik ben zelf op kennismaking geweest bij een psychotherapeut. Samen hebben we onderzocht welke behandeling mij het beste zou kunnen helpen.
Welke hulp heeft jou geholpen?
Een complexe vraag voor iemand die een herstelproces heeft doorgemaakt, wat niet? Dat er hulp voor me was deed me goed. Dat therapeuten tijd voor me hadden. De confronterende gesprekken met groepsgenoten over mijn gedrag en de invloed die dat op hen had. En ook de steun van mijn familie en vrienden die me in het hier en nu hielden.
Voor mijn groei is het belangrijk geweest dat ik mijn patronen ben gaan onderzoeken. De vaste automatische gewoonten, reacties en gedragingen. Door deze te leren kennen kon ik weer zelf eigenaar hiervan worden. Daar bedoel ik mee dat ik daarmee de regie over mijn leven terugkreeg. Naast de ruimte voor verwerking was er ruimte om weer nieuwe keuzes te maken. Sterker nog, ik ben verantwoordelijk voor het maken van keuzes over en voor mezelf.
Een heel belangrijk inzicht dat ik kreeg van een betrokken therapeut was dat ik niet verantwoordelijk ben voor iemand anders zijn geluk of ongeluk en een ander niet voor die van mij.
Keuzes maken en aangaan, lef hebben en het besef dat ‘eigen kracht’ echt belangrijk is. Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen leven en dat is fijn.
Heb je een tip voor iemand die zich herkent in jouw klachten?
Ik heb een tip voor elke jongere (en hun naaste) die vastloopt in loyaliteit, wanhopig is, somber, angstig, boos, op zoek naar identiteit en eigen autonomie, op zoek naar zichzelf in alle rollen die we moeten vervullen in de maatschappij.
Emoties en behoeften, verleden en toekomst, het mag naast elkaar bestaan. Je doet de ander niet tekort als je voor jezelf kiest. Neem de tijd om te mogen groeien en pak alles aan, ben er trots op dat je hulp hebt gezocht en heb er vertrouwen in dat het onmogelijke echt mogelijk kan worden. Dit gaat niet vanzelf en vraagt om moed en lef maar bovenal om heel hard werken.
Voor mij is er altijd hoop geweest dat het beter kon worden. Ik wist alleen niet hoe. Nu weet ik dat mijn verleden ervoor zorgde dat ik net iets harder moest werken. Maar ik zie dit nu als een sterke kant van mezelf. De kracht en de zelfkennis die ik als jonge vrouw voel. Ook als het wat minder goed gaat met mij. Dan is er die hoop samen met de kennis om zelf de regie te kunnen pakken om te herstellen. Misschien heb ik daarom ook deze achternaam.